‘Als ik een kind neem, dan moet hij wel gezond zijn’

T.A. Stoop MBA

Voorzitter

07 december 2016

‘Als ik een kind neem, dan moet hij wel gezond zijn.’ Deze uitspraak klonk deze week op NPO Radio 1 uit de mond van een man die op z’n 59e vader was geworden. Het nieuwsitem ging over het feit dat steeds meer mannen op latere leeftijd vader worden. Bijzonder detail was wel dat de vader niet de biologische vader was, omdat hij twijfels had over de kwaliteit van zijn zaad. Vandaar zijn uitspraak: ‘Als ik een kind neem, dan moet hij wel gezond zijn.’

Bijzonder was ook dat de interviewer niet verder doorging op dit punt. Kennelijk is het allang geen punt meer dat met donorzaad kinderen op de wereld worden gezet, omdat mensen zo graag een kind willen ‘nemen’. Het gesprek ging meer over hoe leuk het voor een kind van 14 is om een vader van dik 70 jaar oud te hebben. Het leek de kersverse vader allemaal heel erg leuk.

Leuk is het criterium!

Een dag later volgt het advies van een staatscommissie olv oud-burgemeester Aleid Wolfsen om meerouderschap en draagmoederschap mogelijk te maken. Een kind mag in de nieuwe situatie maximaal vier juridische ouders hebben die maximaal twee huishoudens vormen. Vóór de conceptie van het kind moeten de ouders aan de rechter een meerouderschapsovereenkomst overleggen. Daarin moeten afspraken staan over onder meer zorg- en opvoedingstaken, de hoofdverblijfplaats van het kind, de verdeling van de financiële lasten tussen de ouders en de geslachtsnaam van het kind. Voor het toekomstige kind zal een bijzondere curator worden benoemd die de rechter adviseert over de zorgvuldigheid van het traject. Volgt u het nog?

Verder adviseert de staatscommissie dat meerdere personen het gezag over een kind kunnen uitoefenen. De voorwaarden die hiervoor moeten gaan gelden, moeten aansluiten bij de voorwaarden voor het juridisch meerouderschap. Op dit moment kan een kind niet meer dan twee juridische ouders hebben en niet meer dan twee personen die gezag over hem of haar uitoefenen.

De commissie-Wolfsen adviseert tevens om te komen tot een wettelijke regeling voor draagmoederschap. Die moet garanderen dat het traject van draagmoederschap met respect „voor de menselijke waardigheid van het kind en van de draagmoeder verloopt.” De regeling moet het kind vanaf de geboorte rechtszekerheid bieden over ouders, nationaliteit, naam en gezag.

De staatscommissie vindt dat kinderen die te maken krijgen met juridisch meerouderschap en ter wereld zullen komen door een draagmoeder, recht hebben op informatie over hun ontstaansgeschiedenis. Daarmee worden bedoeld de gegevens van de eventuele zaad-, eicel- of embryodonoren, de gegevens van de eventuele draagmoeder en de gegevens van de betrokken instanties die hebben bemiddeld of assistentie hebben verleend.

Volgens mij heeft de staatscommissie aan kinderen zelf niets gevraagd. De kinderwens van mensen is kennelijk niet alleen leuk, maar ook heilig. Alle natuurlijke principes mogen er voor wijken.

Ik ben blij dat ik aan mijn kinderen kan vertellen dat ze niet ‘genomen’, maar ‘gekregen’ zijn en dat er buiten hun eigen vader en moeder helemaal niemand in beeld is die iets met hun ontstaan te maken heeft. Behalve dan God de Schepper van het leven!

‘Als ik een kind neem, dan moet hij wel gezond zijn’

NPV-Zorg
altijd dichtbij

Bekijk onze afdelingen

Onze thema's

Bekijk al onze thema's