We hebben eten en drinken nodig om te kunnen blijven leven. Als iemand dat niet of niet meer kan, wordt gekozen voor het kunstmatig toedienen. Bijvoorbeeld door sondevoeding of een infuus. Maar in de laatste levensfase is dat anders. Er is een duidelijk verschil tussen mensen die niet meer kunnen eten en drinken en mensen die niet meer willen eten en drinken.
We vertellen eerst meer over niet meer kunnen eten en drinken, daarna over niet meer willen.
Goede zorg draagt bij aan leven en welzijn. Eten en drinken zijn daarbij belangrijk. Als eten en drinken meer moeite gaat kosten, kunnen naasten of zorgverleners helpen bij het geven van eten en drinken. Het is altijd belangrijk om te kijken wat de oorzaak is als eten en drinken ineens moeilijker wordt, bijvoorbeeld door slikproblemen. Als eten en drinken niet meer lukt, komt de vraag naar boven of iemand kunstmatig gevoed moet worden. Denk aan sondevoeding. In veel situaties kan dit een goede keuze zijn:
Het is anders als iemand in de laatste levensfase terechtgekomen is. Voor veel ziekten is het kenmerkend dat het eten in de laatste fase van het leven niet meer goed lukt. Patiënten met dementie gaan in de loop van het ziekteproces vaak minder goed eten en drinken. Kauwen en slikken wordt moeilijker. Ook bij een vergevorderd stadium van kanker zie je dat iemand minder behoefte heeft aan eten en drinken.
Het is dan de vraag of het kunstmatig geven van vocht en voeding medisch gezien nog wel toegevoegde waarde heeft. In de laatste levensfase kan dit juist een tegengesteld effect hebben. Een tijdelijke sonde is belastend, een operatie voor een permanente sonde kan het lichaam van iemand die kwetsbaar is niet meer aan.
Bij een stervende veranderen de lichaamsprocessen. Het lichaam kan vocht en voeding niet meer verwerken. Vocht kan zich bijvoorbeeld ophopen in de longen en daardoor voor benauwdheidsklachten zorgen.
Specialist ouderengeneeskunde Marleen Hout legt in dit filmpje duidelijk uit wat er gebeurt als eten en drinken niet meer goed lukt. Stel gerust uw vragen aan de zorgverleners. Juist omdat het zo tegenstrijdig lijkt, is het gesprek belangrijk.
Heel anders is het als iemand er zelf bewust voor kiest om niet meer te willen eten en drinken met als doel de dood te versnellen. Dit wordt ‘bewust stoppen met eten en drinken’ genoemd (BSTED). De dood is dan juist wel het directe gevolg van het bewust stoppen met eten en drinken. Er is geen natuurlijk stervensproces.
Mensen maken soms deze keuze als het sterven dichterbij komt, maar eten en drinken nog wel lukt. Ook zijn er mensen die hiervoor kiezen terwijl ze niet in de laatste levensfase zijn. Ze ervaren het (verder) leven om verschillende redenen dan als ‘te zwaar’ of niet meer zinvol. Soms stoppen mensen ook bewust met eten en drinken als een euthanasieverzoek is afgewezen of als het indienen van een euthanasieverzoek niet (meer) lukt.
Eten en drinken horen bij het leven. Maar aan het eind van het leven is dit niet altijd meer mogelijk. Zoals Marleen Hout, specialist ouderengeneeskunde, in het bovenstaande filmpje uitlegt, is het dan ook een goede beslissing om geen kunstmatige voeding meer toe te dienen.
Want: de patiënt sterft niet omdat hij niet meer eet en drinkt, maar omdat de patiënt stervende is, eet en drinkt hij niet meer.
Het niet (meer) geven van vocht en voeding is een verantwoorde beslissing als vocht en voeding geven meer kwaad dan goed zal doen. Het welzijn van de patiënt staat juist voorop. Maar het zijn wel moeilijke keuzes en besluiten. Het document ‘Denklijnen bij moeilijke behandelkeuzes’ kan hierbij helpen.
Ons leven is in Gods hand. Hij is Degene Die beslist over het begin en het einde. Het is niet aan ons om daarin in te grijpen. Je hebt als mens geen zelfbeschikkingsrecht over je eigen dood. Vanuit de christelijke ethiek zijn er daarom vragen te stellen bij de actieve keuze om het levenseinde te versnellen. Een paar kanttekeningen bij BSTED vanuit de visie van de NPV:
Een vraag in zijn algemeenheid is: moet je de doodswens van een patiënt respecteren, of juist wegnemen? Het vraagt fijngevoeligheid om de onderliggende nood te peilen die leidt tot deze vraag. En de bereidheid om te helpen zoeken naar andere wegen dan de keuze voor de dood, in het besef dat er soms geen gemakkelijke antwoorden te geven zijn.
Er komt steeds meer ruimte voor deze vorm van het actief beïnvloeden van het stervensproces. Dat betekent dat u geconfronteerd kunt worden met de wens van uw naaste om bewust te stoppen met eten en drinken. Dat kan heel moeilijk zijn als u daar zelf anders over denkt. Ga daar gerust het gesprek over aan. Heeft u hierover vragen of wilt u eens doorpraten? Neem contact op met de NPV-Advieslijn.
Bent u zorgverlener en hebt u vragen hoe u met zo’n situatie om moet gaan? Klik dan hier.
De NPV zet zich al veertig jaar in voor de zorg voor het leven. Vanuit christelijk patiëntenperspectief zijn wij dé vraagbaak voor al uw ethische vragen. U kunt met deze vragen bij ons terecht voor een deskundig en persoonlijk advies. Wij beschikken over veel inhoudelijke informatie en een uitgebreid netwerk waarmee we u van dienst kunnen zijn.
Voor deze vragen kunt u contact opnemen met de NPV-Advieslijn, zo nodig 24 uur per dag, 7 dagen per week.
NPV-Advieslijn18 november 2024
Angst voor de dood, moeilijke vragen over medische behandelingen en onzekerheid rond het stervensproces maakt het voor heel veel mensen moeilijk om over het levenseinde te praten.
14 november 2024
Zondag, 10 november, was het de landelijke ‘Dag van de Mantelzorg’ en hebben we ongeveer 40 pakketjes bezorgd aan mantelzorgers.
11 november 2024
Op woensdag 13 november 2024 staat op de agenda van de Tweede Kamer een commissiedebat van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De staatssecretaris van VWS zal bij dit debat aanwezig zijn.
De NPV is er om u van goede informatie te voorzien. Wilt u ons helpen om daar ook in de toekomst mee door te kunnen gaan?