Vanaf 10 weken zwangerschap kan de niet-invasieve prenatale test (NIPT) gedaan worden. Bij de NIPT wordt bloed van een zwangere vrouw afgenomen en onderzocht in een laboratorium. Dit bloed vertelt veel over je kind. Dat komt omdat in het bloed van de moeder meestal ook erfelijk materiaal (DNA) van de placenta (moederkoek) aanwezig is. Dit DNA is bijna altijd hetzelfde als het DNA van het ongeboren kind.
Met de NIPT wordt gekeken of er aanwijzingen zijn voor een chromosoomafwijkingen bij je kind. Waar deze test voor 1 april 2025 gericht was op de chromosoomafwijkingen die het downsyndroom, edwardssyndroom en patausyndroom veroorzaken, wordt vanaf 1 april ook getest op andere mogelijke chromosoomafwijkingen. Het gaat dan om structurele chromosoomafwijkingen waarbij een stuk van een chromosoom te veel aanwezig is of ontbreekt.
De aandoeningen waar de NIPT op test verschillen in ernst. Het edwardssyndroom en patausyndroom zijn zeldzame aandoeningen waarbij veel kinderen niet ouder worden dan 1 jaar. Het syndroom van Down is bekender. Deze kinderen hebben een verstandelijke beperking, variërend van mild tot ernstig verstandelijk beperkt, waarbij vaak sprake is van lichamelijke aandoeningen. Kinderen met het syndroom van Down kunnen zich heel verschillend ontwikkelen. De levensverwachting bij mensen met Down is gemiddeld 60 jaar.
Over de aandoeningen als gevolg van andere aangeboren chromosoomafwijkingen is minder bekend. Meestal is het in algemene zin duidelijk met welke verstandelijke beperking en lichamelijke afwijking(en) de chromosoomafwijking gepaard gaat. Moeilijker is het om te achterhalen wat dit precies betekent voor het kind.
De NIPT is onderdeel van het landelijk programma van prenatale screening en is beschikbaar voor alle zwangere vrouwen. De overheid betaalt de kosten voor NIPT, vrouwen hoeven deze niet zelf te betalen. Wel is het goed om te beseffen dat eventueel vervolgonderzoek kosten vanuit het eigen risico met zich mee kan brengen. Dat verschilt per zorgverzekeraar.
De uitslag van de NIPT is binnen 10 dagen bekend. In de meeste gevallen (ruim 99%) is de uitslag niet-afwijkend. Bij een niet-afwijkende uitslag zijn er geen aanwijzingen dat het kind een chromosomale aandoening heeft. Deze uitslag is erg betrouwbaar. U kunt u dan gerustgesteld voelen.
Het kan ook zo zijn dat de uitslag afwijkend is. De uitslag geeft weer welk type chromosoomafwijking je kind mogelijk heeft. De betrouwbaarheid van deze uitslag verschilt per chromosomale afwijking.
In minder dan 1% van de gevallen is de uitslag ongunstig. Dan is er een aanwijzing voor een chromosoomafwijking. Bij aanwijzingen voor het downsyndroom geldt dat ongeveer 90 van de 100 vrouwen met een ongunstige uitslag inderdaad zwanger is van een kind met een van deze syndromen. Bij aanwijzingen voor het edwardssyndroom geldt dat ongeveer 75 van de 100 zwangeren met deze uitslag inderdaad zwanger is van een kind met edwardssyndroom.
Voor het patausyndroom en overige chromosomale afwijkingen is de betrouwbaarheid lager: ongeveer 50 van de 100 vrouwen met een ongunstige uitslag voor het patausyndroom, is inderdaad zwanger van een kind met patausyndroom. Voor andere chromosoomafwijkingen is dit 40 op de 100. De uitslag van de NIPT kan je dus – soms onterecht – bezorgd maken.
Een gunstige uitslag is geen garantie voor een gezond kind: de NIPT spoort niet alle mogelijke aandoeningen bij je kind op. Ook geeft de NIPT geen volledig uitsluitsel: daarvoor is vervolgonderzoek nodig.
Na een ongunstige uitslag kunnen ouders kiezen om wel of geen vervolgonderzoek te laten doen om volledige zekerheid te krijgen. Het nadeel daarvan is dat er bij dit vervolgonderzoek (vlokkentest of vruchtwaterpunctie) een kans van minder dan 0,5% is op miskraam. Als blijkt dat een kind daadwerkelijk een aandoening heeft, kunnen ouders kiezen tussen het uitdragen van de zwangerschap en een abortus.
Wanneer het bijdraagt aan optimale zorg voor moeder en kind tijdens de zwangerschap en geboorte, kan het op persoonlijk vlak een verantwoorde keuze zijn om deel te nemen aan prenataal onderzoek. Het kan je geruststellen, of juist helpen om je voor te bereiden op de komst van een kindje dat extra zorg nodig heeft of waarvan verwacht wordt dat het komt te overlijden. Wel is het belangrijk om goed na te denken of je de onderzoeken wilt, want bevindingen kunnen invloed hebben op de beleving van je zwangerschap. Wat wil je weten over je kindje en op welk moment? Als een kindje welkom is en afbreken geen keuze is, kan dat een belangrijke wegwijzer zijn in keuzen bij prenataal onderzoek.
Prenataal onderzoek kan je onterecht bezorgd maken, omdat de uitslag niet klopt of omdat nog moeilijk is voor te stellen hoe het leven met een kindje met deze aandoening eruit zal zien. Ook kan een ongunstige uitslag een vraag tot abortus met zich meebrengen. Dit kan tot ingewikkelde vragen leiden. Ook vinden sommige christenen dat screening zonder medische aanleiding een stap te ver gaat: is het verantwoord om mee te doen aan een test die ook als doel heeft om vrouwen de optie te geven tot het afbreken van een zwangerschap?
Daarnaast de persoonlijke vraag voor ouders: is er nog ruimte voor het ontvangen van nieuw leven uit Gods hand, ook als er een aandoening is?
Het is belangrijk om te weten dat het niet verplicht is om de NIPT of een vervolgonderzoek uit te voeren. Je kunt meerdere afwegingen naast elkaar zetten om tot een keuze te komen.
Kijkend naar ontwikkelingen in de samenleving, is de NPV zeer kritisch op de huidige praktijk van prenataal onderzoek. Het aanbod van onderzoeken breidt zich door de tijd heen uit. Waar de NIPT zich vóór 1 april 2025 richtte op trisomie 13, 18 en 21, is deze test sinds 2025 uitgebreid tot veel meer chromosomale aandoeningen. Zorgelijk is dat hiermee steeds vaker aandoeningen (met soms onbekende gevolgen) aan het licht komen. Daarmee neemt het aantal (onterecht) zorgelijke zwangerschappen toe en worden ook meer vrouwen geconfronteerd met de abortusvraag.
Veel vrouwen die de NIPT gebruiken, doen dit om te kunnen overwegen of zij de zwangerschap willen afbreken of niet. Het is bekend dat ongeveer 9 op de 10 zwangerschappen waarin door prenataal onderzoek het downsyndroom is vastgesteld, wordt beëindigd. De NPV ziet de optie tot zwangerschapsafbreking, maar ook andere negatieve gevolgen, als een grote keerzijde aan prenataal onderzoek. Lees daar meer over op deze pagina.
In 2023 heeft de NPV zich uitgesproken tégen de uitbreiding van het screeningspalet bij NIPT. Al eerder, in 2015, werkte de NPV samen met de organisaties Platform Zorg voor Leven, Downpride, dit Koningskind, Helpende Handen, Op weg met de ander en de RMU Gezondheidszorg en Welzijn aan de actie #Andersnietminder. Met de actie werd aandacht gevraagd voor de plaats van mensen met Downsyndroom in onze samenleving en beoogd te voorkomen dat de NIPT aangeboden zou worden aan alle zwangere vrouwen. Middels een petitie werden 41662 handtekeningen verzameld, die overhandigd werden aan de Vaste Kamercommissie van VWS. Toch kwam in 2017 de NIPT beschikbaar voor alle zwangere vrouwen.
De NPV zet zich al veertig jaar in voor de zorg voor het leven. Vanuit christelijk patiëntenperspectief zijn wij dé vraagbaak voor al uw ethische vragen. U kunt met deze vragen bij ons terecht voor een deskundig en persoonlijk advies. Wij beschikken over veel inhoudelijke informatie en een uitgebreid netwerk waarmee we u van dienst kunnen zijn. Wilt u graag met iemand doorpraten over de NIPT? Neem dan contact op met de NPV-Advieslijn.
28 juni 2023
Op 28 juni vindt er een commissiedebat plaats vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op de agenda staan onder meer het dier als donor, embryokweek en euthanasie bij psychisch lijden. In een schriftelijke bijdrage aan het debat doet de NPV oproepen, namelijk:
25 mei 2022
10 december 2020
Op 10 december 2020 is het Algemeen overleg zwangerschap & geboorte. De NPV heeft aandacht gevraagd voor doel en noodzaak van prenatale screening.
De NPV is er om u van goede informatie te voorzien. Wilt u ons helpen om daar ook in de toekomst mee door te kunnen gaan?