Genderdysforie (ook wel bekend als geslachtsidentiteitsstoornis) is een gevoel van onvrede (dysforie) met het eigen biologische geslacht (de sekse). Schattingen zijn dat 0,7% van de mannen en 0,6% van de vrouwen lijdt aan onvrede met het eigen geslacht. Er is dan sprake van een vorm van genderincongruentie: iemands genderidentiteit komt niet (helemaal) overeen met het geboortegeslacht. Genderdysforie grijpt diep in op de identiteit van mensen en roept veel vragen op. Als er een kind wordt geboren, is meestal de eerste vraag: is het een jongen of een meisje? We zien dat aan de hand van lichaamskenmerken. Daarnaast zijn geslachtscellen, chromosomen en hormonen bepalend of we man of vrouw zijn.
Sommige mensen ervaren echter een aanhoudende onvrede met hun geslacht. In de tegenwoordige cultuur wordt dat transgender genoemd.
Er zijn mensen die stellen dat genderdysforie biologisch bepaald is. Hier is echter geen overtuigend bewijs voor gevonden. Ook biedt het geen verklaring voor het feit dat bij de grootste groep kinderen gevoelens van genderdysforie in de puberteit verdwijnen. Anderzijds is er ook weinig bewijs waarin factoren uit de omgeving van invloed zijn op het ontstaan van genderdysforie. Een duidelijk aanwijsbare oorzaak is er dus niet.
Genderdysforie is iets anders dan intersekse. Als iemand intersekse is, is er sprake van (vaak) chromosomale aangeboren afwijkingen waarbij bepaalde lichamelijke kenmerken anders zijn. Bij de geboorte is dan niet meteen duidelijk of iemand mannelijk of vrouwelijk is. Tegenwoordig wordt vaker gesproken over DSD in plaats van intersekse. DSD staat voor Disorders of Sex Development (stoornissen van de geslachtsontwikkeling). Soms is een operatie medisch noodzakelijk of gewenst, soms niet. Waar vroeger soms werd ingegrepen op een advies van een arts op heel jonge leeftijd, wordt nu vaker gewacht met ingrijpen. Dan kan gesproken worden met het kind of de volwassene zelf.
Er is de laatste jaren een toegenomen aandacht voor mensen met genderdysforie, onder andere in de media. In de media wordt wel de lettercombinatie LHBTI+ gebruikt. LHBTI+ is een afkorting die staat voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender en intersekse. Tegenwoordig worden er ook nieuwe letters aan toegevoegd zoals de Q (Queer), A (Aseksueel) en P (Panseksueel).
Toch gaat het om heel verschillende zaken. De LHB staan voor seksuele aantrekkingskracht. Op wie word je verliefd? De T en de I gaan over genderidentiteit en geslacht. Dit heeft te maken met je lichaam en je lichaamskenmerken. Bij transgendermensen gaat het om hoe zij hun lichaam ervaren. Bij mensen met Intersekse (DSD) gaat het om afwijkende chromosomen.
In Nederland én wereldwijd stijgt de vraag naar transgenderzorg. Daarbij melden zich steeds jongere kinderen. Het aantal meisjes is drie keer hoger dan het aantal jongens. Opvattingen over geslacht en gender (je ervaring van man/vrouw zijn) verschuiven. In sommige voorlichtingsmethodenop het basisonderwijs worden kinderen gestimuleerd hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit, genderexpressie, geslachtskenmerken en de variëteit hierin te ontdekken, te accepteren of zelfs te kiezen. De gedachte vindt ingang dat kinderen bij de geboorte een geslacht krijgen toegewezen, maar dat dit niet bepalend is.
Het denken over genderdysforie en transgendermensen is veranderd. De overtuiging heeft wortel geschoten dat iedereen vrij is zichzelf te zien zoals men dat wenst. Ook in de wetgeving moet deze keuze verankerd worden. Zo willen veel politici zelfidentificatie mogelijk maken: zonder verklaring van een deskundige en ook onder de leeftijd van zestien jaar mag je bij de burgerlijke stand je geslacht veranderen. Daarover vind je hier meer informatie.
Hoe moeten we nu omgaan met genderdysforie? Genderdysforie kan ernstig lijden met zich meebrengen. Gemakkelijke antwoorden zijn er niet. Ook wij zijn gevormd door de moderne psychologie, beïnvloedt door de stroom aan digitale informatie en gewend aan technologische maakbaarheid. Maar de Bijbel schiet in geen tijd tekort. Ook nu vinden we richting en leiding in het Woord van God, in het geheel van schepping, val, verlossing en voltooiing. Dat vraagt van ons dat we evenwichtig de Bijbel laten spreken.
Daarnaast hebben we kennis vanuit de wetenschap. In elke lichaamscel is ons geslacht terug te zien. Er is wel een relatie tussen ons lichaam en onze psyche en gevoelens. Dat bewustzijn helpt ons in de compassie met mensen die worstelen met gevoelens van genderdysforie. Tegelijk is er geen wetenschappelijke conclusie dat transgender-zijn een gevolg is van een biologische factor, zoals een defect in onze genen.
Tegenwoordig klinken ook andere argumenten: biologie zou irrelevant zijn door jou ervaren gender. Je biologische geslacht en gender staan los van elkaar, leidend is hou jij je voelt. Dit staat echter niet alleen haaks op de biologie, maar ook haaks op de visie dat lichamen goed (‘zoals bedoeld’) geschapen zijn. Mannen- en vrouwenlichamen zijn onderling verschillend, maar hebben elk hun eigen unieke doel. Dit ontkennen tast de waardigheid van mannen en vrouwen aan.
Om zorgvuldig met genderdysforie om te gaan, is het van belang een medische diagnose te stellen.
Bij de hormonale behandeling kan bij een kind/tiener de puberteit worden uitgesteld door puberteitsremmers. De ontwikkeling naar een mannen- of vrouwenlichaam wordt hiermee uitgesteld. Vervolgens worden hormonen van het andere geslacht gegeven en kan een medische behandeling volgen waarbij geslachtsdelen worden verwijderd of met hulp van plastische chirurgie worden gecreëerd. Er kan de noodzaak zijn van hersteloperaties. Wat volgt is levenslange afhankelijkheid van medische zorg en hormonen. Ook kunnen deze behandelingen onvruchtbaarheid tot gevolg hebben, of het niet goed functioneren van geslachtsdelen. In het laatste geval wordt seksueel genieten onmogelijk. Dit zijn diep ingrijpende gevolgen. Ook na transitie blijven er gezondheidsverschillen en kan de behoefte aan psychische hulp blijven bestaan. Vergeleken met de algemene bevolking komen zelfdoding en opname in een psychiatrisch ziekenhuis vaker dan gemiddeld voor bij mensen die een transitie hebben doorgemaakt.
Ethische vragen gaan over het doel, de zin en de uitkomst van een behandeling. Kunnen we investeren in goede zorg door een psycholoog of psychotherapeut zodat ik leer leven met mijn gevoelens van genderdysforie? Hoever mag ik ingrijpen in een lichamelijk gezond lichaam? Is mijn behandeling proportioneel (wordt het ná de ingreep beter dan ervoor)? Dit zijn belangrijke vragen om te stellen.
Bovendien gaat een christelijke ethiek dieper: zij erkent God als Schepper die de mens schiep naar Zijn beeld: mannelijk en vrouwelijk. Maar we leven in een gebroken wereld: er is lijden, er zijn ziekten en handicaps. De geneeskunde en gezondheidszorg hebben grote vooruitgang geboekt in het bestrijden en behandelen van ziekte. Tegelijk erkennen we dat genezing, herstel en welzijn lang niet altijd bereikt kunnen worden zoals wij dat graag zouden zien. Ziekte mag bestreden worden, maar niet tegen elke prijs. Ons lichaam is uniek geschapen, maar ook begrensd in mogelijkheden. Dat vraagt ook om erkenning van wat we wel en niet kunnen veranderen. Een medische transitie stuit dan ook op grote bezwaren.
Maar daarmee is gelukkig niet alles gezegd. We mogen elkaar ook bemoedigen en elkaar wijzen op aanvaarding, vertrouwen op Gods leiding en nabijheid, volharding, geduld, moed om de situatie onder ogen te zien en hoop, op Gods genadige nabijheid en Zijn heerlijke toekomst, waar geen genderdysforie meer is.
Anderen kunnen er ook aan bijdragen dat je je gezien weet en je waardevol voelt. De NPV pleit ervoor dat wij hier als mensen onderling, maar ook als samenleving, in investeren.
De NPV zet zich al bijna veertig jaar in voor de zorg voor het leven. Heeft u vragen over genderdysforie of thema's die daarmee te maken hebben?
Bij deze of andere vragen kunt u contact opnemen met de NPV-Advieslijn. We staan u graag te woord!
NPV-Advieslijn10 september 2024
‘Wetsvoorstel Strafbaarstelling Conversiehandelingen ontrafeld: ‘vaak gaat het om gesprekken’
02 augustus 2023
In november zijn er nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer. Wat de NPV betreft laten de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s zien dat zij kiezen voor de zorg voor en de beschermwaardigheid van het leven. In een brief aan de partijen heeft de NPV daarvoor aandachtspunten meegegeven.
14 juni 2023
Op 14 juni vond er een schriftelijk overleg plaats van de Vaste Kamercommissie VWS van de Tweede Kamer. In dit overleg stonden twee recent verschenen onderzoeksrapporten over transgenderzorg centraal. De rapporten komen van adviesbureau SiRM en de Radboud Universiteit. De NPV heeft (schriftelijk) deelgenomen aan dat overleg.
De NPV is er om u van goede informatie te voorzien. Wilt u ons helpen om daar ook in de toekomst mee door te kunnen gaan?