Foetaal weefsel en cellijnen

In medisch-wetenschappelijk onderzoek en farmaceutische bedrijven wordt vaak gewerkt met menselijk weefsel of cellen. Bijvoorbeeld met bloed of weefsel dat gedoneerd is. Dat is nodig voor het onderzoek of de productie van medicijnen of vaccins. Helaas is de herkomst van het weefsel niet altijd onschuldig. Er wordt namelijk ook gewerkt met weefsel of cellijnen die afkomstig zijn van een abortus. Dat gebeurt wereldwijd op allerlei manieren.


In het kort 

  • Als er weefsel wordt gebruikt dat afkomstig is van geaborteerde foetussen, gaat het meestal om cellijnen die in het verleden zijn ontwikkeld uit een foetus. Maar dat is niet altijd zo.
  • Omdat in de wetenschap zoveel kennis verkregen wordt met behulp van foetale cellijnen of weefsel, kun je wel verwachten dat veel vaccins en medicijnen (in)direct een link hebben met foetale cellen.
  • De NPV pleit voor alternatieven voor het gebruik van foetale cellijnen en weefsel in onderzoek.
  • Heeft u behoefte aan een lezing, toerusting of extra leesmateriaal over dit onderwerp? Ga naar de NPV-Academie!

[Tekst loopt door onder de afbeelding]

Foetaal weefsel en cellijnen

Informatie

Hoe wordt in medisch-wetenschappelijk onderzoek weefsel gebruikt dat afkomstig is van geaborteerde foetussen?

De meest voorkomende manier is het gebruik van cellijnen die in het verleden zijn ontwikkeld uit een foetus. Voor zo’n cellijn worden cellen uit de foetus geïsoleerd. Deze cellen worden vervolgens zo aangepast dat ze oneindig kunnen blijven delen. Dit is een ingewikkeld proces dat lang niet altijd succesvol is. De cellen van een cellijn verschillen biologisch van de cellen van de foetus. Het oorspronkelijke weefsel van de foetus bestaat niet meer, maar de cellijn wel. Van een heel aantal cellijnen is bekend dat ze gemaakt zijn uit een geaborteerde foetus. Bijvoorbeeld HEK293, MRC-5 en PER.C6.

Het gebruik van deze cellijnen is wijdverbreid in de wetenschap. Bijvoorbeeld bij onderzoek naar de werking van menselijke cellen of van virussen. Daarnaast worden ze gebruikt in de ontwikkeling en productie van vaccins en bepaalde medicijnen. In sommige gebieden van onderzoek neemt het gebruik van foetale cellen zelfs toe. Waar eerst dierlijke cellen gebruikt werden, wordt nu overgegaan op menselijke foetale cellen.

Als tweede wordt weefsel gebruikt dat nu beschikbaar komt na een abortus. Abortusklinieken geven regelmatig weefsel aan wetenschappers. En het Amsterdam Medisch Centrum (AMC) benadert stellen actief of ze na abortus of doodgeboorte hun foetus willen afstaan. Deze foetussen worden bewaard voor wetenschappelijk onderzoek. In Nederland gebruiken meerdere universiteiten en onderzoeksinstituten foetaal weefsel in hun onderzoek. Dit onderzoek is dus afhankelijk van een doorgaande abortuspraktijk. Dit komt wel veel minder vaak voor dan het gebruik van cellijnen.

Worden er nog steeds nieuwe cellijnen ontwikkeld uit geaborteerde foetussen?

In Nederland zijn in 1973 en 1995 twee cellijnen gemaakt (HEK293 en PER.C6). Daarna is dit niet meer gebeurd in Nederland. Wereldwijd worden er echter nog steeds nieuwe cellijnen ontwikkeld uit geaborteerde foetussen. Bijvoorbeeld in 2009 in Zwitserland en in 2015 in China (Walvax-2). De ontwikkeling van nieuwe cellijnen vindt plaats omdat de kwaliteit van oudere cellijnen achteruitgaat en er meer veiligheidsrisico’s zijn.

Zijn abortussen gedaan met als doel het weefsel te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek?

Van verschillende cellijnen is de reden bekend voor de abortus die eraan voorafging. Er is geen informatie die erop wijst dat vrouwen voor abortus kozen omdat ze daartoe aangezet werden door wetenschappers die foetaal weefsel wilden gebruiken voor hun onderzoek. Hoe triest ook, er zijn genoeg vrouwen die uit eigen beweging voor abortus kiezen. Daardoor is er voor wetenschappers genoeg foetaal weefsel beschikbaar is, zonder dat ze vrouwen zelf richting abortus sturen.

Bij de oudere cellijnen is het heel goed mogelijk dat vrouwen zelfs geen toestemming is gevraagd om hun foetus te mogen gebruiken voor onderzoek. De moeder van de foetus waaruit de WI-38 cellijn is gemaakt, wist bijvoorbeeld niet dat het weefsel gebruikt is voor onderzoek. Tegenwoordig geldt in veel landen wel regelgeving die abortusartsen verplicht vrouwen toestemming te vragen voor het gebruiken van de foetus voor onderzoek. Dat wil niet zeggen dat vrouwen ook weten dat er cellijnen uit hun foetus ontwikkeld worden. Meestal is de toestemming die aan vrouwen gevraagd wordt niet zo expliciet.

Wat zijn de regels voor het gebruik van foetaal weefsel voor onderzoek?

Sinds 2001 geldt in Nederland de Wet foetaal weefsel. Daarin staan de volgende belangrijke regels:

  • Het bewaren en gebruiken van foetaal weefsel voor wetenschappelijk onderzoek mag niet zonder schriftelijke toestemming van de vrouw. De vader van het kind kan bezwaar maken tegen de beslissing van de vrouw.
  • De vrouw moet worden ingelicht over het doel van het onderzoek.
  • Een vrouw mag pas informatie krijgen en om toestemming gevraagd worden, nádat ze besloten heeft tot abortus.
  • De arts die de vrouw behandelt, mag niet zelf onderzoek doen met de foetus van die vrouw.
  • Het is verboden een vergoeding te geven of te ontvangen voor het ter beschikking stellen van foetaal weefsel.
  • Als de foetus nog leeft, mag er geen weefsel uit hem of haar worden verwijderd.

Andere landen hebben niet altijd een wet die het gebruik van foetaal weefsel reguleert of de regels zijn anders. Daar kan het er dus anders aan toe gaan. Uit bijvoorbeeld China en de Verenigde Staten is er bewijs dat weefsel soms verwijderd wordt uit nog levende foetussen. Dit is gruwelijk. Daarbij komt er steeds meer wetenschappelijk bewijs dat erop duidt dat foetussen al vanaf 12 weken pijn kunnen voelen. Het is onmenselijk om weefsel te verwijderen uit een levend wezentje dat mogelijk zelfs pijn voelt.

Hoe kan ik te maken krijgen met dit onderwerp?

U kunt een vaccin of medicijn aangeboden krijgen dat geproduceerd is met behulp van foetale cellijnen. Bij verschillende vaccins en medicijnen zijn cellijnen nodig voor de productie. Producenten van deze vaccins en medicijnen gebruiken dierlijke cellen, cellen van volwassenen of foetale cellen. Het is dus niet altijd direct duidelijk of een vaccin of medicijn geproduceerd is met behulp van foetale cellijnen.

Naast het gebruik bij de productie van bestaande vaccins en medicijnen worden foetale cellijnen heel veel gebruikt in de ontwikkeling van nieuwe therapieën. Het is achteraf vaak niet mogelijk om te achterhalen of dat het geval is bij een specifiek vaccin of medicijn. Maar omdat in de wetenschap zoveel kennis verkregen wordt met behulp van foetale cellijnen of weefsel, kun je wel verwachten dat veel vaccins en medicijnen (in)direct een link hebben met foetale cellen.

Zit er foetaal celmateriaal of DNA in vaccins of medicijnen?

Als een vaccin of medicijn geproduceerd is met behulp van foetale cellen, kunnen er kleine sporen van deze cellen in het vaccin of medicijn zitten. Ook hele kleine hoeveelheden DNA zijn toegestaan. Het celmateriaal en DNA wordt zo goed mogelijk verwijderd, maar het is niet altijd mogelijk om alles helemaal te verwijderen. Er mogen geen intacte cellen in vaccins zitten. Soms wordt gesteld dat de sporen van DNA die in vaccins zitten, het DNA kunnen veranderen van de persoon die ingeënt wordt. Dit is echter niet mogelijk. Is een vaccin of medicijn alleen getest op of ontworpen met foetale cellen, dan is er nooit sprake van sporen van DNA in deze middelen.

Opvattingen

Kostbaar leven

God geeft ons het leven en Hij vindt het leven kostbaar. Uit verschillende Bijbelgedeelten blijkt dat dit ook geldt voor het ongeboren leven. De NPV wijst abortus, het doden van een ongeboren kind, dus af, tenzij het noodzakelijk is om het leven van de moeder te redden. Maar wat betekent dat voor het gebruik van weefsel of cellijnen afkomstig van een geaborteerde foetus? Het is soms al lang geleden dat de abortus gedaan werd en de cellen zijn duizenden keren gedeeld. Ook stond de beslissing van de vrouw om abortus te doen, los van de wens van de wetenschappers om foetaal weefsel te gebruiken voor onderzoek. Toch blijft er een link tussen de abortus en het weefsel en daarom vindt de NPV het gebruik van dit weefsel ethisch verwerpelijk.

Er is een verschil tussen het gebruiken van een foetale cellijn die in het verleden is ontwikkeld uit één geaborteerde foetus en onderzoek waarbij steeds opnieuw weefsel van recent geaborteerde foetussen gebruikt wordt. Maar beide houden een relatie tot abortus. Daarom moeten wetenschappers zoeken naar alternatieven en de overheid moet dit stimuleren. Veel onderzoek kan gedaan worden met dierlijke cellen of cellen van volwassenen, uit navelstrengbloed of placenta, enzovoorts.

Kwaad in de wereld

Wat is de verantwoordelijkheid van een individuele christen? Mag je een vaccin of medicijn gebruiken waarvan je weet dat het een relatie heeft met foetaal weefsel? Bij het zoeken naar een antwoord op deze vraag is het belangrijk om oog te hebben voor de werkelijkheid waarin we leven en onze plek die we daarbinnen innemen. Sinds de zondeval is het kwaad in deze wereld aanwezig. Door de eeuwen heen hebben christenen er soms voor gekozen om zich zoveel mogelijk van de wereld af te zonderen om het kwaad buiten de deur te houden. Maar ook dan is het kwaad niet weg, omdat het in ons eigen hart huist.

Er zijn heel veel manieren waarop het kwaad zichtbaar wordt. Abortus en het gebruiken van foetaal weefsel is er daar één van. Foetale cellijnen zijn gebruikt voor veel onderzoek wat de basis is van de kennis die we nu hebben. Daarnaast hebben in het verleden allerlei andere experimenten in de geneeskunde plaatsgehad die we nu ethisch afkeuren. Zowel voor vaccins als voor andere medicijnen en behandelingen geldt dat die nagenoeg altijd gebruikmaken van de kennis die hiermee verkregen is. Andere uitingen van het kwaad zijn bijvoorbeeld uitbuiting en kinderarbeid, wat een rol speelt in de productie van onze kleding en laptops en telefoons.

De genoemde voorbeelden laten zien dat het onmogelijk is om je geheel af te zonderen van het kwaad. Er blijft een spanning tussen onze onvermijdelijke verbondenheid met dingen in de samenleving die tegen Gods geboden ingaan en de oproep ons onbesmet van de wereld te bewaren.

Individueel gebruik

Wetend dat het onmogelijk is ons geheel afzijdig te houden van het kwaad, is het nodig de volgende twee dingen te overwegen:

1. Is het nuttig en noodzakelijk om het betreffende vaccin of medicijn te gebruiken?
Het antwoord op deze vraag kan per situatie verschillen. Maar over het algemeen wordt een vaccin of medicijn aangeboden met de verwachting dat dit (ernstig) lijden in het heden helpt voorkomen. Het kan zelfs van levensbelang zijn. Dan is er een goede reden om het vaccin of medicijn te gebruiken, ook als je je bewust bent van ‘kwaad’ in het verleden.

2. Kun je ook voor een ethisch onbelast vaccin of medicijn kiezen?
Ook het antwoord op deze vraag kan per situatie verschillen, maar vaak heb je als patiënt niet veel keuze. Een concreet voorbeeld: er zijn op dit moment in Nederland geen coronavaccins beschikbaar die geen relatie hebben met foetale cellijnen. Er is dus geen ethisch onbelast alternatief voorhanden. Daarnaast geldt dat alle vaccins en medicijnen hoogstwaarschijnlijk indirect gebruikmaken van kennis die op een ethisch omstreden wijze verkregen is, zoals hierboven al benoemd.

Als een vaccin of medicijn een duidelijk nut heeft en er is geen ethisch onbelast alternatief, dan hoeft de oorspronkelijke abortus geen doorslaggevende reden te zijn om af te zien van persoonlijk gebruik ervan. Tegelijk blijft er een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te pleiten voor alternatieven voor het gebruik van foetale cellijnen en weefsel in onderzoek.

Hulpaanbod

De NPV zet zich al bijna veertig jaar in voor de zorg voor het leven. We helpen je graag! Dat kan bijvoorbeeld op de volgende manieren:

  • In 2021 ontwikkelde de NPV een brochure over vaccinatie. Met deze brochure biedt de NPV u handvatten om na te denken over het thema vaccinatie. We zetten de belangrijkste argumenten rondom vaccinatie voor u op een rij. De woorden ‘voorzienigheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid’ zijn de rode draad in deze brochure.
  • Heeft u een vraag over uw persoonlijke situatie en het gebruik van bepaalde vaccins of geneesmiddelen? De medewerkers van de NPV-Advieslijn helpen u graag verder.

"Het is fijn dat de NPV met mij mee kan denken."

Neem gerust contact met ons op als u een van de volgende vragen herkent:

  • Ik krijg een vaccin aangeboden dat geproduceerd is met behulp van foetale cellen. Kan ik dit vaccin met een goed geweten gebruiken?
  • Ik twijfel of het medicijn dat ik krijg aangeboden iets te maken heeft met foetaal weefsel. Hoe kan ik hierachter komen?

Bij deze of andere vragen kunt u contact opnemen met de NPV-Advieslijn. We staan u graag te woord!

NPV-Advieslijn