Anticonceptie (we noemen dit soms ook wel voorbehoedsmiddelen) kan een zwangerschap voorkomen. Anticonceptiemiddelen werken verschillend. Er zijn middelen met hormonen en middelen zonder hormonen. Hormonen komen in je bloed terecht. Middelen zonder hormonen hebben minder invloed op je lichaamsprocessen.
Je kunt als stel kiezen voor natuurlijke anticonceptie. Bij deze vorm wordt er gekeken naar de vruchtbare dagen van de vrouw. Op deze dagen kiezen jullie dan voor onthouding van gemeenschap. Als vrouw moet je daarvoor je cyclus goed kennen. Hiervoor zijn verschillende hulpmiddelen en cursussen beschikbaar.
Er zijn ook andere niet-hormonale methodes voor anticonceptie. Denk aan het gebruik van een condoom (barrière-opwerpende methode) of sterilisatie (chirurgische methode). Hiermee voorkom je dat de zaadcel de eicel kan bereiken.
Er bestaan veel anticonceptiemiddelen die hormonaal zijn. Hormonale middelen zijn er voor de vrouw. Hormonale middelen hebben verschillende werkingen:
Door het voorkomen van de eisprong en de verdikking van het slijm kunnen zaadcellen een eicel niet bereiken. Er vindt dan geen bevruchting plaats. Omdat er ook minder baarmoederslijmvlies is, kan een eventueel bevruchte eicel niet innestelen.
De kans dat een eicel bevrucht raakt bij gebruik van hormonale anticonceptie is (heel) klein. Maar: volledig uitsluiten kun je het niet. Hoe betrouwbaar een middel is, hangt vaak samen met hoe regelmatig en zorgvuldig je het gebruikt.
Het bekendste voorbeeld van hormonale middelen is de pil.
Spiraaltjes worden in de baarmoeder geplaatst.
Het mirenaspiraaltje geeft hormonen af in de baarmoeder. Het zorgt voor verdikking van slijm in de baarmoedermond, waardoor zaadcellen moeilijker de eicel kunnen bereiken. Daarnaast zorgt het mirenaspiraaltje ervoor dat zaadcellen slechter functioneren. De eisprong wordt er deels mee geremd. Zo wordt de kans op bevruchting verkleind. Omdat ook de groei van het baarmoederslijmvlies wordt geremd, kan een eventueel bevruchte eicel toch niet innestelen.
Het koperspiraaltje geeft koperionen af in de baarmoeder. Door de koperionen worden de zaadcellen beschadigd. Zo kunnen zaadcel en eicel niet samensmelten. Daarnaast voorkomt het koperspiraaltje ook de innesteling van een eicel die toch bevrucht is.
Als een eicel bevrucht is, kunnen we trouwens niet meer spreken van anticonceptie, omdat de bevruchting (conceptie) al heeft plaatsgevonden. We spreken dan van nidatieremming. Dit betekent dat de bevruchte eicel niet kan innestelen, waardoor het prille leven afsterft.
Als er gemeenschap is geweest en er is geen gebruik gemaakt van anticonceptie of de anticonceptie werkte niet, dan kan er gekozen worden voor noodanticonceptie.
Een bekend voorbeeld van noodanticonceptie is de morning-afterpil. De morning-afterpil kan op twee manieren werken:
Als noodanticonceptie kan ook voor een koperspiraaltje worden gekozen. Het koperspiraaltje beschadigt zaadcellen op zo’n manier dat ze de eicel niet kunnen bereiken. Maar als noodanticonceptie werkt dit spiraal voor een belangrijk deel ook doordat het voorkomt dat een eventueel bevruchte eicel zich innestelt. Het koperspiraaltje wordt dan namelijk pas na de geslachtsgemeenschap geplaatst, waardoor zaadcellen al een eicel bereikt kunnen hebben.
De Bijbel vertelt ons: het ontvangen van kinderen is een zegen en een opdracht van God. Persoonlijke verantwoordelijkheid in gezinsvorming heeft daarin voluit een plek.
Welke keuzes maak je over gezinsvorming? Christelijke stellen doen dat op verschillende manieren. Sommige mensen wijzen elke vorm van gezinsplanning af. God bestuurt óf en hoeveel kinderen je krijgt, zeggen zij. Andere mensen vinden dat je in bepaalde situaties wél voor anticonceptie kunt kiezen.
In de keuzehulp ‘Gezinsvorming en anticonceptie’ bespreken we de verschillende argumenten uitgebreid en komen er ook verschillende stellen aan het woord. Meer weten over de keuzehulp? Klik dan hier.
De bescherming van het ongeboren leven staat voorop. Nieuw leven ontstaat op het moment dat eicel en zaadcel samensmelten, de conceptie dus. De innesteling in de baarmoeder komt pas daarna. Middelen die (mede) tot doel hebben de innesteling te voorkomen, zijn daarmee gericht op het vernietigen van heel pril, nieuw leven.
De NPV raadt de middelen waarvan de werking gebaseerd is op het principe om innesteling te voorkomen, daarom af. Maar persoonlijke situaties vragen soms maatwerk. Voor meedenken hierover kun je contact opnemen met de NPV-Advieslijn.
De afweging of je wel of niet gebruikmaakt van niet-natuurlijke middelen, is persoonlijk. We zetten hier wat overwegingen op een rij. Wil je hier meer over weten? Bekijk dan de keuzehulp ‘Gezinsvorming en anticonceptie’.
Natuurlijke middelen
Niet-natuurlijke middelen
De NPV zet zich al meer dan veertig jaar in voor de zorg voor het leven. We helpen je graag! Dat kan bijvoorbeeld op de volgende manieren:
Deze vragen kun je stellen aan de NPV-Advieslijn. Jouw persoonlijke situatie staat dan centraal. Wil je jezelf eerst nog meer inlezen? Kijk dan onder het kopje ‘Meer weten’.
NPV-Advieslijn01 juli 2021
Het onderzoek waar op deze pagina uitleg over wordt gegeven, is inmiddels afgerond.
klik hier om de resultaten van het onderzoek te bekijken.
21 maart 2020
Anticonceptie in het basispakket dient niet het belang van de vrouw. Effectiever is kinderen vanaf jonge leeftijd goede waarden over seksualiteit te leren …
15 juni 2017
Opmerkelijke conclusie uit Brits onderzoek naar tienerzwangerschappen
De NPV is er om u van goede informatie te voorzien. Wilt u ons helpen om daar ook in de toekomst mee door te kunnen gaan?