24 oktober 2018
In het regeerakkoord 2017-2021 is afgesproken dat de Embryowet gewijzigd zal worden op het punt van de geslachtskeuze bij het risico van een ernstige erfelijke aandoening bij ongelijk voorkomen bij mannen en vrouwen. De minister van VWS heeft in de nota medische ethiek onlangs aangekondigd nog een wijziging te willen doorvoeren. Voordat dit plan in de Tweede Kamer besproken zal worden wordt aan verschillende partijen, onder wie de NPV, gevraagd naar hun visie op de wijziging in de Embryowet.
De voorgenomen wijzigingen betreffen de geslachtskeuze bij een risico op een ernstige erfelijke aandoening met ongelijke geslachtsincidentie en het voorzien in een expliciete grondslag voor het gebruik van restmateriaal (embryo’s en geslachtscellen) voor kwaliteitsbewaking in fertiliteitsklinieken.
De visie van de NPV op de wijziging in geslachtskeuze
Een wijziging in de Embryowet is voor de NPV meer dan een technische, procedurele wijziging. De vraag wat het menselijk embryo precies is staat centraal. Evenals de morele vraag met betrekking tot onze omgang met ongeboren menselijk leven. Mensen zijn van gelijke waarde, dat ligt ten grondslag aan het verbod op de geslachtskeuze. Ook mogen kinderen niet gereduceerd worden tot louter voorwerp van de wensen en verlangens van hun ouders.
In haar brief stelt de NPV vragen over de werkwijze en toetsing van de werkgroep die momenteel bepaald wie in aanmerking komt voor PGD (preïmplantatie genetische diagnostiek). Ook staat zij stil bij de kwetsbaarheid en beschermwaardigheid van het embryo in dit vroege ontwikkelingsstadium.
Expliciete grondslag bij het gebruik van embryo’s en geslachtscellen
De NPV vindt het belangrijk dat wordt aangesloten bij de Europese richtlijnen en nationale wetgeving wat betreft het gebruik van overgebleven embryo’s en geslachtscellen. Hierbij is de voorlichting van de ouders en hun expliciete toestemming van belang. Het structureel toezicht op de wet ontbreekt, blijkt uit de tweede Evaluatie van de Embryowet. De NPV vindt het belangrijk dat dit toezicht verbeterd wordt omdat de discussie over kwaliteitsbewaking anders een wassen neus is.
De NPV pleit bij voortduur voor het waarborgen van de menselijke waardigheid, van menselijk leven vanaf het begin. Die (intrinsieke) waardigheid is grondslag voor internationale verdragen en ethische regels en niet afhankelijk van de houding van anderen. Deze onvervreemdbare waardigheid vraagt om een houding en optreden die ertoe leiden dat mensen die waardigheid ook kunnen ervaren! Want ieder mens is waardevol, ongeacht of er sprake is van een aandoening of handicap.
De hele brief kunt u hier lezen.