NPV vraagt opnieuw aandacht voor de abortuswet

06 mei 2019

Belangen van moeder én ongeboren kind verdienen aandacht

In opdracht van ZonMw/het ministerie van VWS voeren Pro Facto en het Amsterdam UMC de tweede evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz) uit. In dit onderzoek wordt gekeken of de wet in de praktijk nog functioneert en of deze misschien gewijzigd moet worden. De NPV is blij dat er na 35 jaar opnieuw goed gekeken wordt naar de wet en heeft de onderzoekers een aantal suggesties meegegeven om mee te nemen in de nieuwe evaluatie.

Zorgvuldige afweging

De Wet afbreking zwangerschap (Wafz) is in theorie gebaseerd op twee principes: vrouwen, die zich als gevolg van een ongewenste zwangerschap in een noodsituatie bevinden, moeten hulp kunnen krijgen. Tegelijkertijd moet bescherming worden geboden aan het ongeboren menselijk leven. Het is daarom vreemd dat het begrip ‘noodsituatie’ nog steeds een vaag begrip is, waardoor niet duidelijk geoordeeld kan worden of er wel sprake is van een zorgvuldige afweging tussen deze belangen. De NPV wil daarom graag dat er beter onderzoek gedaan wordt wat de gedachten en verwachtingen van ongewenst zwangere vrouwen zijn.

Levensvatbaarheidsgrens

Er zijn heel veel nieuwe ontwikkelingen op medisch gebied sinds de Wafz in werking is getreden. Een kindje dat met 24 weken wordt geboren, is nu levensvatbaar, terwijl daar 35 jaar geleden geen sprake van was. Tegelijkertijd is de abortusgrens op 24 weken gesteld. Dat schuurt met elkaar. De NPV roept daarom op om de abortusgrens in ieder geval met 2 weken te verlagen tot 22 weken.

Kwaliteit van de hulpverlening

Er is nog heel veel onduidelijkheid over de kwaliteit van de hulpverlening die gegeven wordt. Voldoen alle abortusklinieken en ziekenhuizen wel aan de eisen van de wet, inclusief voorlichting en nazorg? Is er genoeg aandacht voor kwetsbare groepen, zoals minderjarigen en vluchtelingen? Weten vrouwen wat mogelijke gevolgen zijn op psychisch en lichamelijk gebied na een abortus en waar ze terechtkunnen als ze daar vragen over hebben of daarmee te maken krijgen?

Juridische status

De laatste tijd zijn – terecht – vragen gesteld over de juridische status van ongeboren kinderen. Al langere tijd kan een ongeboren kind erfgenaam zijn. En kinderen die levenloos geboren werden, kunnen sinds vorig jaar worden ingeschreven in de Basisregistratie Personen. Dat geldt ook als het om een geaborteerd kindje gaat. Het is nu helemaal onduidelijk geworden: wanneer ben je mens en word je door de overheid als zodanig behandeld? En hoe zit het met kinderen die na een abortus levend ter wereld komen? De NPV vindt het belangrijk dat daar duidelijkheid over komt.

 

Lees hier de hele brief die we aan de onderzoekers hebben gestuurd.

Lees hier hoe de NPV naar abortus kijkt.

 

 

NPV vraagt opnieuw aandacht voor de abortuswet