‘Levenloos geboren kind heeft ook rechten’

03 oktober 2016

Ook levenloos geboren kinderen krijgen toegang tot de basisregistratie personen. Voor dit recht is gestreden door drie moeders: Natasja Geyteman, Jeannette Rietberg en Roos Schlikker. Gesteund door vele anderen verzamelden zij 82.000 handtekeningen onder de slogan ”Ik wil ook in het BRP!”. Dankzij deze actie, met bijbehorende media-aandacht, zijn de Tweede Kamer en de ministers Plasterk en Van der Steur nu om: levenloos geboren kinderen horen erbij en worden erkend met een registratie. Ook zal de ”akte levenloos geboren kind” veranderen in een geboorteakte.

Moeder Roos Schlikker deed op 19 september haar verhaal in het actualiteitenprogramma Pauw. „Ik ben hierover heel opgetogen, niet alleen omdat het geldt voor kinderen die geboren zijn na 24 weken zwangerschap, maar ook daarvoor. En het geldt met terugwerkende kracht.” Deze uitspraak bleef niet onopgemerkt. Trouwcolumnist Stevo Akkerman wierp de vraag of wat deze erkenning betekent voor de wettelijke mogelijkheid om tot 24 weken te aborteren (Trouw, 23-9). Hiermee snijdt hij een gevoelig onderwerp aan. Maar de vraag die hij opwerpt, doet ertoe.

Ouders die een kind verliezen tijdens de zwangerschap of bevalling, dragen dit verdriet hun leven lang met zich mee. En waar er vroeger niet over gesproken werd en het kind soms ook geen naam kreeg, is dat de laatste jaren veranderd. Ook deze kinderen horen erbij, ze mogen een naam en een plek krijgen, in de verhalen van hun ouders maar ook, zoals nu besloten is, in de basisregistratie.

Nu kun je stellen dat deze toezegging tegemoetkomt aan de emoties en verwerking van ouders. Dat is waar. Maar dat is maar één kant van het verhaal. Want deze registratie laat ook iets zien van het ”recht” dat dit kind toevalt: het wordt uit de vergetelheid gehaald, het mag bestaan, zwart op wit.

Dat dit ook geldt voor kinderen die geboren worden voor 24 weken is extra bijzonder. Dit recht legt pijnlijk bloot hoe arbitrair en gekunsteld de abortusgrens is. In Nederland mogen levens tot 24 weken zwangerschap afgebroken worden. Er komen jaarlijks honderden, ook zeer gewenste, levenloze kinderen ter wereld bij 22 of 23 weken, door een abortus waarbij de bevalling wordt opgewekt. Uit een test of echo bleek een afwijking, en hun ouders kozen er voor de zwangerschap te beëindigen. Maar zou het feit dat deze ouders voor afbreken kiezen ook betekenen dat zij niets over hun kind willen teruglezen in een registratie?

Daarnaast zijn er ook vele honderden kinderen die eerder sterven in de moederschoot en waar we spreken van een miskraam. En om nog een stap verder te gaan: er zijn ook moeders die geen kind wilden en voor abortus kozen, maar die daar later met veel spijt op terugkijken. Ze zijn zich bewust geworden dat zij niet ”iets” maar ”iemand” verloren hebben. Ook zij kunnen behoefte hebben aan een zichtbaar bewijs van het bestaan van hun kind.

De moeders die met hun petitie vroegen om erkenning, krijgen die nu ook. Daarbij gaat het niet enkel om publieke erkenning van hun verdriet, maar ook om publieke erkenning van hun kind als persoon. Dat de Tweede Kamer en de ministers Plasterk en Van der Steur dit steunen, is van grote betekenis.

Dit artikel is geschreven door Elise van Hoek en verscheen op 30 september 2016 in het Reformatorisch Dagblad.

‘Levenloos geboren kind heeft ook rechten’