‘Abortus ondenkbaar maken in Canada’

Uitgebreid interview met Maaike Rosendal, geschreven door Heleen Polinder (NPV-consulent), augustus 2020

Kun je jezelf kort introduceren? 
‘Mijn naam is Maaike Rosendal, getrouwd, moeder van vijf kinderen en pro-life spreker. In 2004 emigreerden mijn ouders en jongere broers naar Canada, omdat mijn vader als predikant een beroep had aangenomen naar een gemeente daar. Ik besloot om mee te gaan en ging maatschappelijk werk studeren aan de Universiteit van Calgary. Tijdens mijn studie kwam ik erachter dat abortus in Canada is toegestaan tijdens alle negen maanden van de zwangerschap. Ik zag een filmpje van wat dat met een ongeboren kindje doet. Toen dacht ik: als ik hier niks tegen doe, ben ik evengoed schuldig. Pro-life was ik al, maar op die manier werd ik actiever.’

Samen met je man Nick werk je voor het Canadian Centre for Bio-Ethical Reform (CCBR), een organisatie die als missie heeft ‘to make abortion unthinkable’ (abortus ondenkbaar maken). Kun je iets vertellen over jullie werk? 
‘De pro-life beweging in Canada heeft drie verschillende takken. De politieke tak probeert verandering te brengen in de wetgeving; tot nu toe helaas zonder resultaat. De pastorale tak biedt goede hulp tijdens een zwangerschap, na de geboorte of na een abortus. De educatieve tak vraagt aandacht voor wie het ongeboren kind is – mens vanaf de bevruchting – en wat abortus met hem of haar doet. Als die bewustwording op grote schaal plaatsvindt, komt er in de maatschappij meer vraag naar de diensten van de pastorale tak en het doel van de politieke tak. Dat zien we momenteel op kleinere schaal gebeuren. Juist daarom is het van belang dat die educatie zo goed en zoveel mogelijk gedaan wordt, zodat abortus inderdaad ondenkbaar wordt. En dat is precies het doel van CCBR.

Hoe doen we dat? Door middel van verschillende projecten. Met een team van jonge professionals die van giften leven, proberen wij ieder jaar weer meer mensen te bereiken. We staan op straat, gaan langs de deuren, knopen gesprekken aan, zetten borden langs de weg, bezorgen kaarten huis-aan-huis en hebben drie vrachtwagens die elke dag rondrijden met een boodschap. Verder is er onze website (endthekilling.ca) en een 0800-nummer voor een gesprek. Vorig jaar bereikte CCBR door deze projecten vier miljoen mensen face to face. Daarnaast geven we debattraining, presentaties en maken we gebruik van de online mogelijkheden, waaronder social media platforms.’

Wat is het verschil tussen de manier waarop jullie in Canada het pro-life standpunt uitdragen ten opzichte van hier in Nederland?
‘Het grootste verschil is denk ik het gebruik van beelden van ongeboren kinderen en van abortusbeelden in het openbaar. In het verleden gebruikten bewegingen die een einde wilde brengen aan een bepaald onrecht altijd de beelden daarvan. Bij het afschaffen van de slavenhandel in het Britse rijk, kinderarbeid in Amerika, of wetten die Afro-Amerikanen discrimineerden, waren het tekeningen of foto’s die velen van gedachten deden veranderen. Of denk aan de foto van Alan Kurdi, het Syrische jongetje die aanspoelde op een Turks strand. Beelden blijven je bij en hebben enorm invloed op hoe je ergens over denkt. Veel mensen realiseren zich niet wat er tijdens een abortus gebeurt, juist als ze denken dat een kindje tussen de 8 en 12 weken van de zwangerschap nog maar een ongevormd klompje cellen is. Als ze zien dat dat niet zo is, is vaak de reactie: “Ziet abortus er zo uit? Ik had geen idee! Dat ga ik mijn kind niet aandoen!”

In zekere zin is het gebruik van deze foto’s makkelijker in Canada, omdat we als educatieve tak echt los staan van de organisaties die hulp bieden. In Nederland loopt dat vaak meer door elkaar heen. Bij ons is dat apart, dus wanneer er ophef is over onze beelden, dan gaat dat niet over de centra waar vrouwen om hulp komen vragen.
Toch is het nooit makkelijk om foto’s van abortus te laten zien. Niemand wil dat en geen mens wil het zien. De werkelijkheid doet pijn. Het maakt veel los bij mensen. We zien eigenlijk altijd een dubbele reactie. Aan de ene kant is er boosheid en geweld, worden onze personeelsleden en vrijwilligers vaak bedreigd of zelfs aangevallen en de projecten vernield. Dat is geen wonder als je bedenkt hoeveel mensen al geraakt zijn door abortus. Vaak zit er frustratie, onmacht en verdriet achter verscholen. Toch komen we ook bij deze mensen tot veel goede gesprekken. Aan de andere kant zien we dat veel mensen vrij duidelijk van gedachten veranderen, juist door deze beelden, zonder dat we iets hoeven te zeggen. Pro-choice klinkt ineens veel minder aantrekkelijk als je ziet wat dat eigenlijk inhoudt. “Als dat abortus is,” horen we regelmatig, “dan ben ik ertegen.”

Uit opiniepeilingen blijkt dat 67% van de mensen die een foto van een geaborteerd kindje zien, negatief gaat denken over abortus. Als je bedenkt dat vier miljoen Canadezen deze beelden vorig jaar op straat zagen, dan betekent dat dat 2,5 miljoen daarvan nu een negatieve(re) insteek hebben wat betreft abortus.’

Wat kunnen wij leren van jullie?
‘Ik merk dat de pro-life beweging in Nederland (en Europa) in de afgelopen jaren juist steeds meer betrokken raakt, meer bewogen is met dit onderwerp en meer in beeld is en ook dat de aanpak in de laatste jaren professioneler is geworden. Veel jongeren reageren daarbij heel positief op bijvoorbeeld onze lezingen op scholen. Juist de beelden die wij laten zien, weerhouden vaak van abortus of leiden ertoe dat jongeren zich in gaan zetten tegen abortus. Over het gebruik daarvan is in Nederland altijd wel meer terughoudendheid, merk ik, vooral onder volwassenen. Wat dat is, waardoor dit komt, zou je nader moeten onderzoeken. Misschien ook eens de discussie over moeten aangaan met elkaar.

Het andere punt, als antwoord op je vraag – maar dat zeg ik met enige terughoudendheid – is dat ik denk dat wij als pro-life beweging in Canada grondig en professioneel getraind zijn en worden in het discussiëren en beargumenteren, maar ook in spreken in het openbaar, en dat je daar met jongeren in Nederland meer mee zou kunnen.’

Welke argumenten kun je gebruiken in gesprek met mensen om ze warm te krijgen voor het pro-life verhaal?
‘In een gesprek is het allereerst belangrijk om te luisteren. Wat motiveert iemand, wie staat er voor je? Wat is de reden dat ze zich zo boos kunnen maken over een bepaalde situatie? Zoek daarnaast de verbinding op. Dat lijkt soms moeilijk, maar we kunnen altijd wel iets vinden waar we het met elkaar over eens zijn. Zegt iemand: “Ik vind dat je beter een abortus kunt laten doen, dan een ongewenst kind hebben”, laten we dan benadrukken dat wij ook niet willen dat er ongewenste kinderen zijn. Stel vooral veel vragen. Daardoor toon je interesse, leer je meer over het standpunt van de ander en het zorgt ervoor dat hijzelf goed moet nadenken.

In een pluralistische samenleving is het sterkste argument tegen abortus het mensenrechtenargument. “Ben je voor mensenrechten?” vraag ik vaak. En natuurlijk, dat is iedereen. “En als twee mensen zich voortplanten, dus een kind krijgen, moet dat toch een mens zijn?” Kleiner, jonger, minder ontwikkeld en in een andere locatie dan wij, zeker. Maar hoe groot, oud, ontwikkeld, of waar je bent, het verandert niet dat je mens bent. Wetenschappelijk gezien is er geen twijfel mogelijk: elk menselijk leven begint tijdens de samensmelting van een eicel en zaadcel. Mensen hebben mensenrechten. Waarom zou jij dan mogen beslissen over het leven van een ander mens? Elke collega kan honderden voorbeelden geven van dit soort gesprekken, waarbij de ander zei dat als je het zo uitlegt, het logisch is om tegen abortus te zijn.’

Tijdens de Mars voor het Leven in 2018 vertelde je dat er veel verhalen zijn van (jonge) mensen die toch van abortus hebben afgezien. Kun je één mooi verhaal delen?
‘Iedere zomer heeft CCBR stagiairs die getraind worden en vervolgens in teams in verschillende steden de straat opgaan. Deze zomer is dat helaas niet het geval, anders zou ik vast een recent verhaal kunnen delen. Maar vorige zomer was onze stagiaire Sarah op straat met haar team en zij schreef achteraf dit:
“Ik mocht een vrouw spreken die er net achter was gekomen dat ze zwanger was. Eerst liep ze gewoon langs, pakte een flyer, maar zei verder niets. Al gauw kwam ze terug en vroeg met tranen in haar ogen of ik met haar wilde praten. We gingen zitten en ze vertelde me dat haar eerste gedachte toen ze wist dat ze zwanger was, dat ze een abortus zou ondergaan. Ze was kort geleden oma geworden, haar kinderen waren allemaal al volwassen en daarom dacht ze bij zichzelf: ‘Ik kan dit kindje niet houden!’ Maar toen ze onze borden met abortusbeelden zag en de flyer bekeek, zei ze, daarop wijzend: ‘Dit kan ik ook niet!’ Ik zei haar hoeveel ik om haar gaf en vertelde haar dat en waar ze hulp kon krijgen. Door de borden was ze van gedachten veranderd.”

Tenslotte: wat is jullie droom voor de toekomst?
‘Een voor de hand liggend antwoord is: een toekomst zonder abortus, een maatschappij waarin elk mens vanaf zijn of haar prilste begin beschermd en op waarde geschat wordt. Tegelijkertijd weten we dat het op deze aarde nooit volmaakt wordt. Dat betekent niet dat we bij de pakken neer gaan zitten. “Red degenen die ter dood gegrepen zijn,” zegt de Bijbel zo treffend in Spreuken 24 vers 11, “want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt.” Stel je voor dat de christelijke kerk, in haar geheel, het lot van ongeboren kinderen prioriteit stelt? Stel dat we onze schuld belijden en dan aan de slag gaan? Ieder op z’n eigen plek of met haar eigen talent, door woord, daad, gift, en gebed, zoals de eerste christenen zich bekommerden om de uitgestotenen in hun tijd. Zo’n droom wordt geboren door te doen.’

Meer informatie
Heeft u interesse in een lezing bij uw kerk of school? Wilt u in contact komen met CCBR? Of meer lezen over  hun werk? Ga naar stichtingjoseba.nl.