Het best bewaarde geheim van het abortusdebat

Chris Develing

Beleidsadviseur Onderzoek & Beleid

23 april 2024

Alle voorstanders van abortusrechten geloven dat het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw belangrijk is. Maar als je doorvraagt, blijkt dat de meeste van hen een foetus nog geen mens vinden. Dit lijkt een cruciale factor om achter abortus te kunnen staan. Toch horen we steeds meer prominente voorstanders uitdragen dat die tweede factor van geen belang is: mens of geen mens, het mag overlijden als gevolg van de keuze van de vrouw om de zwangerschap te beëindigen. Is deze trend het gevolg van voortdurende progressie of beginnen oude maskers af te glijden?

Vorige week zag ik een clip voorbijkomen van ‘Real Time with Bill Maher’. De Amerikaanse presentator en komiek sprak over de verkiezingsstrijd tussen Biden en Trump. Te gast waren Gillian Tett, columniste voor The Financial Times en journalist Piers Morgan. Toen het over abortus ging, probeerde Tett woorden te geven aan het feit dat abortus een grote rol speelt in de verkiezingsstrijd: ‘In een tijd waarin Amerika grote geopolitieke dreigingen kent en er allerlei economische uitdagingen zijn, is het vreemd dat de verkiezingsstrijd om abortus draait.’

Terwijl het publiek stevig begon te klappen, bleek Maher minder onder de indruk van de Tett’s clichés: ‘Tenzij je denkt dat het moord is’, zei hij, terwijl het applaus langzaam stilviel. Maher begon uit te leggen waarom hij soms hoofdpijn krijgt van zijn eigen linkerkant van het abortusdebat: ‘Ik verwijt het links wanneer men zegt dat prolifers vrouwen haten. Ze haten vrouwen helemaal niet. Dat hebben ze gewoon verzonnen. Die mensen vinden abortus moord. En dat is het eigenlijk ook wel. Maar daar heb ik dus vrede mee. Dat meen ik. Er zijn acht miljard mensen op de wereld. Sorry, we zullen je niet missen.’

Zelden werd het zo stil aan een Amerikaanse talkshowtafel. Terwijl Maher het publiek met vragende ogen aankeek, besloot Piers Morgen de stilte te doorbreken met een grap: ‘Je zegt dit gewoon omdat je niet van kinderen houdt, toch?’ Door het lachen heen leek het publiek opgelucht adem te halen. Maher doorzag de gêne en stelde zijn gasten een gewetensvraag: ‘Jullie zeiden zojuist nog voor abortusrechten te zijn, toch? Dan geloof je dit ook.’

Met deze vraag doelt Bill Maher op een blinde vlek bij de meerderheid van de mensen die abortusrechten toejuichen. Ze zijn er helemaal voor, zolang ze zichzelf kunnen blijven vertellen dat abortus geen mens doodt maar een soort pre-mens. Het geloof in een langzaam toenemende waarde van het ongeboren kind is waarschijnlijk de reden dat er überhaupt nog abortusgrenzen zijn in Europa en grote delen van de Verenigde Staten. Want het absolutisme dat Maher hier uitdraagt, impliceert dat abortus de gehele zwangerschapsduur legaal zou moeten zijn.

Wie denkt dat Mahers standpunt voortkomt uit ‘voortschrijdend inzicht’ van de afgelopen jaren, heeft het mis. Al in de jaren zeventig werd dit standpunt een van de meest uitgewerkte ideeën binnen het kamp dat legale abortus nastreefde. Natuurlijk werd deze visie niet gebruikt in publiekscampagnes, om redenen die tijdens het gesprek met Bill Maher opnieuw duidelijk werden. Maar een essay van Judith Thomson, één van de bedenkers van de zogeheten no-duty-to-sustain filosofie, werd het meest gedrukte stuk over het abortusdebat.

Steeds vaker
Bill Maher is niet slechts een eenling die het ongeboren kind nul toenemende beschermwaardigheid gunt tot aan de geboorte. Een van de meest beroemde voorvechters van abortusrechten, de Nederlandse Rebecca Gomperts, kwam ook al eens uit voor dit standpunt. Volgens haar komt het de vrouw toe dat zij zelf bepaalt tot wanneer haar abortus is toegestaan. Baas in eigen buik ben je immers altijd en niet slechts tot 24 weken zwangerschap.

Deze mening is dus niet nieuw en derhalve geen gevolg van recente progressie. Sterker nog, het stamt uit een tijd waarin abortus in grote delen van het Westen illegaal was. Maar het feit dat steeds meer mensen hiervoor uitkomen, zou weleens te maken kunnen hebben met een bepaald moreel verval. Zouden dragers van dit standpunt geloven dat ze er in deze moderne tijd makkelijker mee wegkomen op grote platforms? Tot nu toe is er weinig verzet hoorbaar uit de eigen gelederen van abortusvoorstanders. Media vallen er niet over en Kamervragen worden (nog) niet gesteld. Dat zou vijftig jaar geleden, toen filosofen het bedachten, misschien wel anders zijn geweest.

Vloek of zegen?
Op dit moment lijken de meeste voorstanders van abortus nog vast te houden aan het idee dat een ongeboren kind geen mens is. Maar de minderheid die daar veel extremer over denkt, groeit langzaam, zo blijkt uit onderzoek naar de mening van Nederlanders.

Bij onvoldoende tegengeluid wordt deze verschuiving dan ook een levensbedreigende vloek. Dan zal die minderheid immers gestaag doorgroeien totdat de meeste mensen accepteren dat sommige mensen nu eenmaal gedood mogen worden omdat het recht van de sterkste prevaleert. Maar het feit dat deze extreme visie steeds vaker klinkt, kan ook een vermomde zegen zijn, omdat meer kennis over de oorsprong van leuzen als ‘baas in eigen buik’ kan leiden tot een terugtrekkende beweging van het middenkader. Voor de NPV geldt dat wij ons hierdoor sterker dan ooit laat motiveren om voor het leven te kiezen (Deuteronomium 30:19)!

Meer weten:
In 2016 vond twee procent van de Nederlandse bevolking dat abortus is toegestaan tot de geboorte. In 2022 steeg dit naar vijf procent bij sociale redenen en 18 procent in geval van afwijkingen bij het kind.

Het best bewaarde geheim van het abortusdebat

NPV-Zorg
altijd dichtbij

Bekijk onze afdelingen

Onze thema's

Bekijk al onze thema's