‘Thirza is een wonder van God’

17 december 2014

De 20 wekenecho liet een groeiachterstand zien en een placenta met slechts twee bloedvaten in plaats van drie. Medici wezen op de grote kans op het Edwardssyndroom en drongen aan op een abortus. Alexander en Annemarie Langelaar vertellen wat zij meemaakten tijdens de zwangerschap.

Hoe leefden jullie toe naar de 20 wekenecho?

We waren al een aantal keren bij de verloskundige op controle geweest en we hadden het hartje horen kloppen. Je houdt altijd wel in je achterhoofd dat er iets mis kan zijn, maar we gingen er natuurlijk niet van uit. Toen we de 20 wekenecho kregen en de boodschap over ons kindje hoorden, was het genieten van m’n zwangerschap voorbij…

Want wat was er op de echo te zien?

De arts zei: ‘Het is een klein kindje en er zijn maar twee vaten in de navelstreng in plaats van drie. Dat is reden om u door te sturen naar de gynaecoloog.’ We hadden toen nog niet door dat het iets ernstigs was en maakten ons totaal niet druk. De arts leek zich trouwens ook helemaal niet zo druk te maken op dat moment.

We waren ons nergens van bewust, totdat we bij de gynaecoloog in Ede kwamen. Zij maakte een echo en ging steeds moeilijker kijken. Uiteindelijk haalde ze er een collega bij. Die zei: ‘Het heeft wel een mooi open handje.’ Wij wisten niet waar een open handje voor nodig was. Toen de tweede gynaecoloog wegging, zei hij: ‘Nou, heel veel sterkte hoor.’ De gynaecoloog zei daarna: ‘Gezien het hele beeld denken we aan trisomie-18 (Edwardssyndroom)’.

Annemarie wordt doorgestuurd naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) in Utrecht. Daar kunnen ze de volgende dag al direct terecht.

De gynaecoloog in het WKZ zei: ‘Gezien het beeld denk ik aan trisomie-18. Ik adviseer u om de zwangerschap af te breken.’ Ik zei direct: ‘dat gaan we niet doen’. Ze keek ons verbaasd aan. Wij zeiden: ‘Nee, we geloven dat het leven door God wordt gegeven en genomen. Dat gaan wij niet zelf afbreken.’ ‘Maar kun je dan wel aan God verantwoorden dat je je kind een bestaan geeft dat niet menswaardig is en dat je kind als een kasplantje in een tehuis ligt?’ We zeiden: Dat weten we niet, maar afbreken is voor ons geen optie.’ Je gaat echt door een achtbaan heen; je weet op zo’n moment niet wat je moet doen. Maar het stond voor ons gelijk vast bij alle emoties: afbreken doen we niet.

Alexander en Annemarie namen contact op met de NPV voor advies. Een vruchtwaterpunctie en een bloedonderzoek sloten vervolgens trisomie-18 en enkele andere afwijkingen uit. Mogelijk was er wel een afwijking aan de placenta. Zodoende bleven Alexander en Annemarie in onzekerheid leven over hun kind. Thirza werd na 36 weken zwangerschap geboren.

We dachten vlak voor de geboorte allebei: er gaat nu iets veranderen in ons leven, alleen weten we niet wat. Thirza was bij haar geboorte echter een kerngezonde baby van 1600 gram en 40 cm: echt een minimensje.

Uiteindelijk bleek een probleem met de placenta de oorzaak van Thirza’s groeiachterstand. Volgens de artsen kan normaalgesproken bij zulke problemen geen kindje levend geboren worden. Maar zo zie je maar: het kan dus wel!

En hoe ontwikkelt ze zich nu?

Het is echt een schatje, ze ontwikkelt zich normaal en is bijdehand. Ook de lengte en het gewicht zijn als van een kind van 1,5 jaar. De eerste keer dat er iets aan de hand is, moet nog komen.

Hebben jullie nog tips voor mensen die iets soortgelijks hebben meegemaakt?

Ik vind dat artsen eerst moeten kijken of er daadwerkelijk wat aan de hand is. Voor de vruchtwaterpunctie hadden ze het al over afbreken, terwijl ze helemaal niet zeker wisten wat er aan de hand was. Het is belangrijk om dan je hoofd erbij te houden. Als je niet sterk in je schoenen staat, kan ik me voorstellen dat er mensen zijn die het advies van de arts volgen.

Hebben jullie nog tips voor de artsen zelf, hoe zij om moeten gaan met een afwijkende echo?

Stel dat het wel een gehandicapt kindje is en de arts heeft niet aangeboden om de zwangerschap af te breken, dan zegt men waarschijnlijk weer: had het toch gezegd. Ik snap dus wel dat de artsen moeten wijzen op zwangerschapsafbreking, maar zeg dat dan na aanvullend onderzoek. Ik vraag me af of ze zwangerschapsafbreking nog steeds zouden adviseren na de uitslag van de vruchtwaterpunctie.

Uiteindelijk zijn we terug geweest in Utrecht toen Thirza zes weken oud was. De gynaecoloog die ons begeleidde bij de vruchtwaterpunctie kwam juist uit haar spreekkamer. Ze herkende ons nog. We lieten Thirza zien. Het enige wat ze zei was: ‘Jullie hebben echt geluk gehad.’ Wij zeggen: Thirza is een wonder van God. Wat artsen ook denken te zien, God is de enige die het weet en die over het leven gaat.

Heeft u ook een dergelijke ervaring? De NPV is op zoek naar verhalen van ouders die een negatieve uitslag kregen bij prenataal onderzoek, maar een gezond kindje kregen of een kindje met minder ernstige aandoeningen dan verwacht. Wilt u meewerken met dit onderzoek en uw verhaal vertellen? Neemt dan contact met ons op via het contactformulier.

Lees meer verhalen op www.npvzorg.nl/ervaringsverhalen

‘Thirza is een wonder van God’